In het artikel van Marc van Oostendorp op Neerlandistiek behandelt hij het fenomeen dat hij omschrijft als yappen over taal. Aan de hand van verschillende voorbeelden uit de Nederlandstalige literatuur en cultuur, probeert van Oostendorp inzicht te geven in de manier waarop taalgebruik in de huidige maatschappij vaak wordt ingezet als een vorm van status en machtsvertoon. Hij stelt dat de overheersende tendens is dat mensen in hogere posities complex taalgebruik hanteren om hun superioriteit tentoon te spreiden, maar tegelijk te spelen met de nuances en fijnheden van de taal op een wijze die juist ontoegankelijk is voor zij die minder taalgevoelig of minder hoog opgeleid zijn.
In zijn stuk analyseert van Oostendorp hoe deze vorm van taalgebruik, bewust of onbewust, de sociale kloven verdiept en de kloof tussen verschillende lagen van de maatschappij vergroot. Hij bespreekt daarnaast de historische context van dit fenomeen en brengt het in verband met diverse literaire werken. Van Oostendorp benadrukt dat taal op deze manier een wapen is en een middel om controle uit te oefenen, in plaats van een tool voor inclusiviteit en democratische communicatie.
Hoewel de analyse scherp is en van Oostendorp zijn argumenten degelijk met voorbeelden ondersteunt, valt er toch veel kritiek te leveren op het betoog. Ten eerste lijkt het artikel zichzelf tegen te spreken in zijn complexiteit: door zo’n geraffineerde schrijfstijl en vernuftig taalgebruik toe te passen, lijkt van Oostendorp zelf ook schuldig aan hetgeen hij bekritiseert. Zijn betoog is moeilijk toegankelijk voor een breder publiek en veronderstelt een hoog niveau van voorkennis en taalkennis van de lezer, wat een zekere ironie met zich meebrengt.
Daarnaast lijkt van Oostendorp een behoorlijk elitaire visie op taal en cultuur te presenteren. De manier waarop hij zijn betoog structureert doet weinig goed voor de toegankelijkheid van de discussie, noch brengt het de materie dichter bij een breder publiek. De keuze om de nuance en de complexiteit van de taal zo diepgaand te analyseren, biedt weinig houvast voor lezers die minder academisch of literair onderlegd zijn. Dit versterkt alleen maar het gevoel van vervreemding en het idee dat de neerlandistiek een elitaire bezigheid is.
Het artikel lijkt bovendien een duidelijke agenda te volgen en balanceert soms op de rand van polemische stellingnamen zonder voldoende tegenwicht of alternatieve perspectieven te bieden. De eenzijdigheid van de argumentatie blijkt uit het feit dat van Oostendorp weinig ruimte laat voor een nuancering van het gebruik van complexe taal als een mogelijke enriching in plaats van alleen een uitsluitende kracht. Er is een merkbare afwezigheid van een discussie over de positieve aspecten van taaldiversiteit en meerlagigheid, hoe deze ook kunnen bijdragen aan een bloeiende en veelzijdige samenleving waarin plek is voor verschillende vormen van taal- en identiteitsuitdrukking.
Als laatste moet vermeld worden dat van Oostendorp’s stijl – hoewel bewonderenswaardig in zijn retorische verfijning – de neiging heeft om te vervallen in een zekere zelfverheerlijking en welsprekendheidswedloop die zijn eigen punt ironisch onderstreept: taal kan inderdaad een instrument van uitsluiting zijn, zelfs wanneer het doel lijkt te zijn om inclusiviteit te promoten.
Voor een artikel dat zich voordoet als een bijdrage aan de discursieve ruimte van een vakgebied dat toch een brede maatschappelijke relevantie zou moeten nastreven, voelt van Oostendorp’s analyse als een stap in de tegengestelde richting. Daarmee blijft het stuk in zekere zin steken in een paradox waarin het probeert te demystificeren wat het zelf opnieuw mummificeert: de verheven positie van de taal en literatuur als elitair domein.
Ondanks deze punten, is het noodzakelijk ook aan te geven dat Marc van Oostendorp een groot talent bezit voor de retorische kunst en de diepgaande analyse waaruit blijkt dat de neerlandistiek nog altijd leeft en in staat is tot zelfreflectie. Echter, wie de discussie over taal erbij probeert te betrekken, moet mogelijk vertrekken vanuit een toegankelijker en invoelbaarder standpunt.
< a href="https://neerlandistiek.nl/2024/07/yappen-over-taal/"> Bron van het artikel a >
Steven de Waard