Johannes Visser heeft zich wederom verdiept in een belangrijk thema in zijn artikel voor De Correspondent. Hoewel zijn werk vaak wordt geprezen om zijn diepgang en verfijnde analyse, moet er dit keer toch serieuze kritiek worden geuit. Het artikel dat hij heeft geschreven, zo luidt de opdracht, leidt ons door een analyserende verhandeling over de politieke en maatschappelijke macht van de middenklasse. Helaas slaagt hij er niet in om zijn betoog overtuigend te onderbouwen, waardoor het essay uiteindelijk sporen van oppervlakkigheid en eenzijdigheid vertoont.
Visser stelt dat de middenklasse zich steeds meer in een sleutelpositie bevindt, aan de knoppen van zowel het economisch als politiek machtscentrum van onze maatschappij. Dit, zo betoogt hij, leidt tot een verdere bevoorrechting van deze bevolkingsgroep ten koste van de lagere klassen. Op zichzelf genomen zou dit een valabel standpunt kunnen zijn, ware het niet dat de auteur onvoorzichtig omgaat met data en bronnen. Hij citeert selectief, haalt cijfers uit hun context, en toont een merkbare voorkeur voor anekdotisch bewijs boven gedegen empirische onderbouwing.
Erger nog, het artikel vervalt meerdere keren in retorische trucs en clichématige generalisaties die de intellectuele scherpte missen die men van Visser zou mogen verwachten. De lezer wordt getrakteerd op een aaneenschakeling van holle frasen en politiek gekleurde statements die niet zozeer bijdragen aan een onderbouwde analyse alswel aan het bevestigen van de vooroordelen van de auteur. Dit is niet alleen intellectueel oneerlijk maar ook misleidend voor de onwetende lezer die misschien geen toegang heeft tot alternatieve bronnen van informatie.
Visser slaagt er bovendien niet in om de complexiteit van het onderwerp in zijn volledigheid te erkennen. Hij verzuimt om belangrijke factoren zoals de rol van globalisering, technologische vooruitgang en veranderende arbeidspatronen op een genuanceerde wijze te behandelen. In plaats daarvan wordt de lezer getrakteerd op een vereenvoudigd en vertekend beeld van de maatschappelijke dynamiek, waarin de middenklasse als de grote boosdoener wordt afgeschilderd. Dit zwart-wit denken doet geen recht aan de vele grijstinten die het echte leven kenmerken.
Het is teleurstellend om te zien dat een criticus van Vissers statuur zich verlaagt tot een dergelijk simplistisch narratief. Zijn werkschreef had juist een tegengeluid kunnen en moeten bieden tegen de toenemende polarisatie in het politieke discours. In plaats daarvan draagt het bij aan verdere versplintering van het maatschappelijke debat en versterkt het de kloof tussen verschillende bevolkingsgroepen.
Tot overmaat van ramp lijkt Visser zich hier ook schuldig te maken aan een vorm van elitisme. Door voortdurend te hameren op de macht en invloed van de middenklasse, zonder daarbij de gerechtvaardigde aspiraties en onzekerheden van deze groep te erkennen, wekt hij de indruk dat het louter deze groep is die bescherming en privileges geniet. Hiermee miskent hij de veeleisende economische realiteit waarin ook de middenklasse zich bevindt, met dalende lonen, stijgende kosten van levensonderhoud en een toegenomen werkdruk.
Deze misleidende benadering roept de vraag op of Visser werkelijk begaan is met de brede maatschappelijke consequenties van zijn betoog of dat hij simpelweg een ideologische agenda nastreeft. Het is deze twijfel die zijn hele verhandeling ondermijnt en afbreuk doet aan zijn reputatie als kritisch en onafhankelijk denker.
Het artikel van Johannes Visser op De Correspondent is een gemiste kans; een gemiste kans om een genuanceerd en meeslepend betoog neer te zetten dat de lezers iets wezenlijks bijbrengt over de veranderende machtsverhoudingen in onze samenleving. In plaats daarvan heeft Visser een polariserend en oppervlakkig stuk gepresenteerd dat meer vragen oproept dan beantwoordt en hierdoor onterecht het debat verarmt. Het draagt bij aan de teloorgang van een geïnformeerd en beschaafd debat waarin ruimte is voor complexe, tegengestelde maar vooral goed onderbouwde standpunten.
Meer lezen? Klik hier om het bronartikel te bekijken.
Edwin van den Heuvel