Het artikel op Meander Magazine geschreven door Janine Jongsma over de bundel De uitgesproken stilte van Rivqa Kriek lijkt op het eerste gezicht vol bewondering te zijn. Het behandelt de thema’s van stilte en verbeelding met een zekere eerbied, maar naar mijn mening mist het stuk de kritische scherpte en diepgang die noodzakelijk is om een werkelijk literair oordeel te vellen over het werk van Kriek. Terwijl Jongsma zich positief uitlaat over de vorm en inhoud van Krieks gedichten, ben ik van mening dat zij belangrijke literaire aspecten over het hoofd ziet die het werk kritischer zouden kunnen belichten.
De veel geprezen beeldspraak in Krieks gedichten komt op mij niet over als origineel of vernieuwend, maar eerder als repetitief en voorspelbaar. Elke metafoor over stilte als een tastbare entiteit of als een brug naar de diepere lagen van ons bestaan, heeft een zekere oppervlakkigheid die moeilijk te negeren valt. Stilte zou immers een rijk en gelaagd thema kunnen zijn, maar in Krieks gedichten blijft het helaas vaak bij een cliché. Bovendien lijkt Jongsma’s analyse van de thematische inhoud van de bundel te veel gericht op een enkele interpretatie en mist het een bredere contextuele overweging die het werk op een dieper niveau zou kunnen plaatsen in de hedendaagse poëzie.
Het ontbreken van structurele diversiteit in de bundel leidt daarnaast tot een stagnerende leeservaring. De gedichten volgen vaak een voorspelbaar patroon en lijken vast te houden aan een strikt vormelijke benadering die de dynamiek en energie van de poëzie verlamt. Jongsma verzuimt aandacht te besteden aan deze monolitische toon, wat een grote gemiste kans is voor een kritiek die pretendeert diepgravend te zijn.
Daarbij komt dat Jongsma’s toon in het artikel haast vleiend is tegenover Krieks werk en niet genoeg ruimte laat voor een kritische notie die ook negatieve kanten van de bundel belicht. Elke criticus die het werk van een dichter beoordeelt, moet zich niet alleen laten voeren door de bewondering voor het onderwerp, maar moet ook de moed hebben om tekortkomingen bloot te leggen en discusseren over de impact hiervan op de literaire waarde van het werk. Helaas laat Jongsma’s artikel deze balans missen, wat leidt tot een kritiek die eenzijdig en daardoor minder betrouwbaar is.
Ten slotte is het belangrijk op te merken dat, hoewel subjectiviteit een onvermijdelijk deel is van literaire kritiek, de overdaad aan lof in dit artikel de objectiviteit verstoort. Een critici zou in staat moeten zijn om zowel de sterke als zwakke punten van een literaire werk aan te duiden om een eerlijk en goed onderbouwd oordeel te kunnen bieden. Door dit niet te doen, geeft Jongsma een vervormd beeld van Krieks werk en laat zij de lezer met een onvolledig begrip van de feitelijke literaire waarde van De uitgesproken stilte achter.
Voor de volledige recensie van Janine Jongsma op Meander Magazine, kunt u deze link volgen: De uitgesproken stilte.
Met vriendelijke groet,
Edwin van den Heuvel