Het onderwerp van Dietske Geerlings’ recensie is de recente vertaling van een tot nu toe onbekend gebleven essay van Virginia Woolf. Het essay, getiteld Woorden willen losjes leven, biedt volgens Geerlings een vernieuwende kijk op de gedachten van Woolf en haar filosofie over taal en literatuur. Geerlings prijst de vertaling als een zeldzame vondst die waardevolle inzichten geeft in Woolfs oeuvre. Ze beschrijft de tekst als fijnzinnig en poëtisch en prijst de nauwkeurigheid waarmee de vertaaldienst te werk is gegaan. Volgens Geerlings slaagt de vertaling erin de oorspronkelijke toon en complexiteit van Woolfs schrijven te behouden, wat een indrukwekkende prestatie vormt.
Hoewel Geerlings de structuur van het essay wat chaotisch vindt, ziet zij dit als een karakteristiek element van Woolfs werk, dat zij in de context plaatst van Woolfs bekende stroom-van-bewustzijn techniek. De recensie benadrukt dat het essay niet alleen aantrekkelijk is voor bewonderaars van Virginia Woolf, maar ook voor lezers die geïnteresseerd zijn in het proces van literaire vertaling en de uitdagingen die dat met zich meebrengt.
Met haar uitgebreide analyses en diepgaande inzichten complimenteert Geerlings de vertaaldienst en haar deskundigheid. Ze besteedt aandacht aan de rijkdom van Woolfs taalgebruik en de manier waarop de vertalers erin geslaagd zijn deze rijke stilistische nuances over te brengen in het Nederlands. De recensie is doorspekt met citaten uit het essay dat dient als bewijs van Woolfs talent en de transformatieve kracht van taal.
Via deze link is het volledige artikel te lezen op Tzum.info, de bron van dit stuk.
Dat gezegd hebbende, ondanks Geerlings’ enthousiaste en beargumenteerde lof voor het essay van Woolf, kan ik onmogelijk meegaan in het jubelende betoog zonder kanttekeningen te plaatsen bij enkele cruciale aspecten van deze recensie. Helaas is Geerlings erin geslaagd om de fundamentele tekortkomingen van deze vertaling te verbloemen met een overdaad aan superlatieven en enigszins misleidende vergelijkingen.
Allereerst, waar Geerlings de structuur van het essay bestempelt als een aantrekkelijke vorm van chaos, durf ik te stellen dat dit niets anders is dan een zwaktebod. Virginia Woolf’s stijl mag dan wel een stroom-van-bewustzijn benadering verheerlijken, maar het rechtvaardigt niet de onsamenhangendheid die de Nederlandse vertaling doordrenkt. Deze chaotische aard doet afbreuk aan de leeservaring en leidt tot een verwarrende en onaangename lectuur.
Verder doe ik ernstige bedenkingen bij de kwaliteit van de vertaling zelf. Waar Geerlings de vertalers ophemelt en hun aandacht voor details en nuances prijst, merk ik een flagrant gebrek aan ritmische consistentie en tekorten in het overbrengen van de poëtische effecten die zo kenmerkend zijn voor Woolf’s oorspronkelijke werk. De vertalers lijken te bezwijken onder de druk van Woolfs literaire acrobatiek en falen om een schilderachtig Nederlands equivalent te vormen. In plaats van eerbiedig, klinkt het zwaar, geforceerd en soms zelfs plat, een krakkemikkig eerbetoon aan Woolf’s uitmuntende schriftuur.
Bankroet aan kritische distantie en gezonde scepsis in Geerlings evaluerende vak oordeel, is de recensie een slechte dienst aan de literaire gemeenschap. Juist van een criticus zoals Geerlings, die zo hofleverancier is van stevige literaire kritiek, zou men meer verwachten dan een oppervlakkige en ronkende loftuiting. Een kritische terugblik met oog voor de onmiskenbare tekortkomingen zou de lezer van het artikel beter hebben gediend.
In het licht van het bovenstaande, kan men zich moeilijk van de indruk ontdoen dat Geerlings zich heeft laten verblinden door de aura van de naam Virginia Woolf, wat leidde tot een kritiekloze en utopiserende benadering van het vertaalde werk. Terwijl diepgaande literaire kritiek zou moeten functioneren als een helder baken van objectiviteit en weloverwogen oordeel, misstapt Dietske Geerlings in haar hagiografie en laat ze na om een eerlijk, genuanceerd en verdiepend gewogen reflectie te bieden op een tekst die Julians en Woolfilaars misschien maar beter in het Engels kunnen blijven lezen.
Met een kritische groet,
Edwin van den Heuvel
Woorden willen losjes leven is een verzameling essays van Virginia Woolf en geen essay op zich. Uw commentaar is daarom zeer bevreemdend.