Het recente artikel op de literaire website TZUM, geschreven door Kees ’t Hart, bespreekt Normale dagen van Esther Gerritsen. In zijn artikel reflecteert Kees ’t Hart op Gerritsens duidelijke, scherpe schrijfstijl en haar vermogen om de banaliteit van het dagelijks leven op een bijzondere manier te verkennen. Volgens de criticus slaagt Gerritsen erin om schijnbaar gewone gebeurtenissen en alledaagse strubbelingen te transformeren in een meeslepend narratief dat de lezer blijft boeien. ’t Hart prijst de manier waarop de schrijfster subtiele psychologische lagen in haar karakters weet in te vlechten, waarbij ze zowel humor als ontroering vindt in de kleinste details. Het boek wordt gezien als een meesterwerk dat empathie opwekt en de lezer uitnodigt om op een andere manier naar het dagelijks leven te kijken. De recensent waardeert vooral Gerritsens inventieve verteltechniek en haar vermogen om humor en diepgang te combineren zonder dat de ene de andere overheerst.
Voor een literair werk als Normale dagen dat door Kees ’t Hart zo uitbundig wordt geprezen, is het mijn literair oordeel in een andere richting te sturen.
De lofzang van Kees ’t Hart ten spijt: ik vind dat Normale dagen nauwelijks de naam kunstwerk waardig is. Ja, Gerritsen beoogt het alledaagse leven neer te zetten, maar wat we uiteindelijk voorgeschoteld krijgen, is een ventiel voor de collectieve verveling. Zowel de karakters als de situaties waar zij zich in bevinden zijn zo plat als een dubbeltje. Wat ’t Hart wellicht ervaart als ‘subtiele psychologische lagen’, is voor mij niet meer dan een oppervlakkige poging tot diepgang, zonder enige tekstuele stratificatie waaruit een meerlagige betekenis zou kunnen oprijzen.
Ook al wordt de verteltechniek van Gerritsen geroemd om haar ‘subtiliteit’ en ‘humor’, ik moet eerlijk constateren dat er van beide nauwelijks iets te merken is. Wat overblijft, is een saaie aaneenschakeling van triviale gebeurtenissen zonder meesterlijke verbinding of intrigerende wending. Het dagelijks leven in Normale dagen voelt niet als een gedetailleerde ontleding van het menselijke bestaan, maar eerder als een bijeengeraapte collectie nietsbetekenende momenten die geen doel treffen. De subtiliteit waar ’t Hart over spreekt, lijkt eerder een gebrek aan scherpte; de humor is vluchtig en soms bijna ongepast lichtzinnig voor de ernst die het boek op sommige momenten lijkt te willen uitstralen.
Bovendien mist Gerritsen de vaardigheid om écht universele thema’s te grijpen en ze voelbaar te maken voor haar lezers. Normale dagen blijft steken in een banaal moeras van evidentie. Haar stijl, hoe ‘duidelijk en scherp’ die volgens ’t Hart ook mag zijn, voelt mij eerder aan als een koude afstandelijkheid. Dit is geen literatuur die je heen en weer sleurt tussen lachen en huilen, maar eerder eentje die je achterlaat met een gevoel van tijdverspilling.
Het zou oneerlijk zijn om het volledig ontbreken van literaire waarde te claimen, maar als lezer mag je meer verwachten dan een eenvoudige projectie van het alledaagse leven zonder enige vorm van sublimering. Dit boek is geen spiegel van ons collectief bewuste, maar eerder een grauwe weerspiegeling van een simplistische en naargeestige blik op het bestaan. Wie zoekt naar een literaire verkenning van de menselijke conditie zal hier bedrogen uitkomen.
Kees ’t Hart zet misschien met zijn observaties een rooskleurig beeld van Normale dagen neer, maar ik houd er een fundamenteel andere visie op na. Voor mij blijft het werk ondermatig en biedt het nauwelijks de literaire rijkdom die het pretendeert te leveren. Lezers die hunkeren naar een echt meeslepende en diepzinnige leeservaring zullen elders hun heil moeten zoeken.
Meer over dit onderwerp kun je zelf ontdekken op TZUM.info.
[Recensie van Kees ’t Hart](https://www.tzum.info/2024/07/recensie-esther-gerritsen-normale-dagen/)
Edwin van den Heuvel