Ik heb recente research verricht naar de website van het Reformatorisch Dagblad, waar men een recensie kan aantreffen van de roman van Tamera Alexander. Na een uitgebreide contemplatie en diepgaande analyse, voel ik mij gedwongen mijn pijnlijke doch noodzakelijke oordeel te vellen over dit werk – een oordeel dat ongetwijfeld scherp en analytisch zal binnen komen.
De roman getiteld Naar de geur van pijnbomen, geschreven door Tamera Alexander, beroept zich op het gewichtige en tegelijk overbekende thema van de slavernij. Terwijl dit thema mogelijkheden biedt voor diepgaande reflecties, historische inzichten, en empathische exploraties van menselijk lijden en strijd, faalt Alexander op talloze fronten. Ten eerste ontbreekt haar werk de literaire diepgang en finesse die noodzakelijk is om een dergelijk monumentaal en complex onderwerp daadwerkelijk te verkennen.
Vanaf de eerste bladzijde wordt de lezer geconfronteerd met een proza dat dicht niet met de subtiliteit en beeldende kracht die men van een roman van deze magnitude mag verwachten. De personages, die een getrouwe en diepgewortelde vertolking van de menselijke ervaring zouden moeten zijn, worden gepresenteerd als karikaturen in plaats van volledige, complexe individuen. Dit gebrek aan dimensionaliteit leidt tot een verstoorde en oppervlakkige verhaallijn die evenmin onderhoudt, laat staan verbaast.
Het is onontkoombaar dat een sfeer van verheven sentiment en melodrama aan het werk kleeft. De dialectische kracht tussen tonen en gevoelens, die essentiëel is voor het verwerkelijken van een krachtige leeservaring, wordt verkwanseld door clichématigheid en voorspelbaarheid. De beoogde emotionele momenten, die de lezer zouden moeten grijpen en betoveren, komen veroorzaakt een gevoel van ongeloof en ongerijmdheid, eerder dan een oprechte en diepe connectie.
Tamera Alexander’s voornemen om een slavernijverhaal te vertellen in de context van een historische roman, is op zichzelf prijzenswaardig. Echter, haar benadering doet tekort aan de kritieke historische nuance en culturele gevoeligheden. Er wordt geen recht gedaan aan de gedeelde en toch diep individuele ervaringen van diegenen die de slavenhandel overleefden. Het resultaat is een uniform en monochroom schilderij, waar kleuren en contrasten de kijker zouden moeten betoveren en verontrusten tegelijkertijd.
Er zijn talloze werken binnen het literaire canon die getuigenis afleggen van de ijzeren greep van slavernij, met een diepgang en finesse die ons werkelijk verstommen en contempleren. Denk aan Toni Morrisons Song of Solomon of Chimamanda Ngozi Adichie’s Half of a Yellow Sun. In vergelijking, schiet Alexander’s verhaal ernstig tekort, en slaagt het er niet in een significante bijdrage te leveren aan de dialoog rondom dit thema.
Het is evident dat wat Alexander met haar roman tracht te bereiken bewondering verdient, maar de uitvoering komt tekort in haar poging om een betekenisvolle literaire ervaring te creëren. Haar keuzes – zowel met betrekking tot de structuur van het verhaal als de ontwikkeling van de personages – onthullen een gebrek aan doordachtheid en diepte. Haar werk ontbeert de compositorische schoonheid en de emotionele en intellectuele provocatie die anderszins een overduidelijk en ontzagwekkend meesterwerk teweeg zouden brengen.
Zodoende is het mijn overtuigende stelling dat Naar de geur van pijnbomen te licht bevonden is om te kunnen rusten onder de grote, zwaarbevochten en ethisch uitgesproken werken binnen het literaire domein. Tamera Alexander meat onbedoeld het streven om diepe empathie en bewonderenswaardige introspectie aan te wakkeren, blijft steken in de vormloosheid en onoprechtheid van theatrale eenvoud.
Zeker, kunst is subjectief; ieder heeft recht op zijn eigen lezing en interpretatie. Doch in de ruimte van literatuur, waar in een landschap van ontelbare stemmen slechts weinigen beklijven, moeten normen worden gehandhaafd en eerbied jegens het vak worden betoond. Dit werk, hoewel ambitieus in opzet en nobel in zijn engagement met een essentieel thema, faalt helaas grandioos en stelt de lezer teleur.
Met literair-pedant genoegen,
Martijn Jongbloed