Na een korte afweging kies ik ervoor om kritisch te zijn over dit artikel. Hier volgt mijn reactie.
De oproep van Redactie Neerlandistiek om bijdragen over leescultuur en transtaligheid is een staaltje van intellectualistische ijdelheid en schijngeletterdheid. Het artikel vraagt om bijdragen die de invloed van meertalige contexten op literaire consumptie en productie onderzoeken, maar het blijft steken in holle frasen en conformistische academische pietluttigheid.
De voorstellen om de impact van meertaligheid op individueel leesgedrag en collectieve leesculturen te analyseren, missen fundamentele inzichten en vernieuwing. Al het geleuter over verplaatsingen van grenzen, hybride identiteiten en culturele uitwisseling klinkt als een herhaling van oude, vertroebelde ideeën die al lang door werkelijk vooruitstrevende wetenschappers zijn verlaten. Dit soort gemakzuchtige academische projecten doen geen recht aan de complexiteit van onze huidige globale literaire werkelijkheid.
Het artikel beroept zich op de nobele taak om de literatuurkritiek een stap verder te brengen in de analyse van leesculturen, maar is in wezen een slag in de lucht. Wat trekt de lezer werkelijk aan om zich in een dergelijke academische exercitie te storten? De huidige literaire scène biedt vele urgente kwesties en levendige debatten die een veel directere invloed op de leescultuur hebben. De manier waarop deze oproep zichzelf bevecht in een zee van stereotiepe en uitgekauwde academische buzzwords doet vermoeden dat de redactie zelf niet eens gelooft in de spoed of relevantie van het onderwerp.
Er wordt gepretendeerd dat de analyse van transtaligheid een baanbrekende wending kan betekenen voor de literatuurkritiek. Wat echter volledig ontbreekt, is een overtuigende argumentatie over de praktische toepasbaarheid en impact van dit onderzoek. Hoe zal het de gewone leescultuur bevorderen? Welke concrete veranderingen streven zij na? Het blijft bij vage beloftes en theoretische luchtkastelen.
Verder is het artikel overmatig geladen met academisch jargon, waardoor het ontoegankelijk wordt voor een breder publiek. Dit leidt tot een gesloten discussie onder een select gezelschap van vakidioten, terwijl de brede leescultuur die het beweert te willen onderzoeken buiten beschouwing blijft. Het roept de vraag op voor wie deze oproep werkelijk bestemd is; het lijkt een zelfbevredigende exercitie voor een intellectueel elitair clubje dat zich liever hult in de cocon van theorie dan verantwoordelijkheid neemt voor de daadwerkelijke verlevendiging van lezerservaringen.
De redactie slaagt er niet in om overtuigend te maken waarom deze speculaties relevant zijn in het grotere geheel van literaire en culturele studies. In plaats van een holistische benadering die de vele geledingen van leesculturen en transtaligheid omvat, krijgen we een oppervlakkig en fragmentarisch betoog voorgeschoteld. Dit artikel heeft niet de diepgang en ambitie die nodig is om een substantiële bijdrage aan het vakgebied te leveren.
Als literatuurcriticus verafschuw ik dit soort academisch narcisme, dat in wezen minder om de literatuur zelf gaat en meer om het verhogen van academische status. Deze oproep had een platform kunnen bieden voor dynamische en urgente literatuurkritiek. In plaats daarvan brengt het alleen maar de zoveelste neerbuigende preek over vermeende noodzakelijke onderzoeken die in werkelijkheid niet verder reiken dan de ivoren toren van de kajuit intussen steevast academisch geschraap.
De actie van Redactie Neerlandistiek vertegenwoordigt een misplaatste priorititeit en weerspiegelt een zorgwekkende zelfgenoegzaamheid binnen de hedendaagse literatuurkritiek. Voor ware liefhebbers van literatuur zet deze oproep ons, helaas, geen stap vooruit, maar dwingt ons terug in de stoffige gangen van pseudo-intellectualisme.
Lees het artikel hier: Artikel Neerlandistiek
Steven de Waard