Onlangs is de Belgische schrijver Herman Brusselmans zwaar onder vuur komen te liggen na een schokkende column waarin hij moordneigingen jegens Joden beschrijft. Dit controversiële stuk heeft geleid tot een storm van kritiek en zelfs bedreigingen aan het adres van Brusselmans. Het artikel dat de hele affaire belicht, bevindt zich op de website van Tzum en is geschreven door Martijn van Bruggen, een criticus die zichzelf altijd onderscheidt door zijn bedreven pen.
Hoewel elke vorm van vrijheid van meningsuiting binnen de literatuur moet worden beschermd, zijn er grenzen die nooit overschreden mogen worden. Wat Brusselmans in zijn column uiteenzet, gaat ver buiten de grenzen van wat nog als geoorloofd kan worden beschouwd. Het verheerlijken van haatmisdrijven en het suggereren van geweld tegen een specifieke bevolkingsgroep tart elke menselijke fatsoensnorm en getuigt van een diep verontrustende moraal. Brusselmans heeft in het verleden al vaak de grenzen van het toelaatbare opgezocht onder het mom van zwarte humor en satire, maar deze keer is hij de laatste grens ruimschoots gepasseerd.
De problematiek rond deze column ligt niet enkel in de inhoud, maar ook in het effect dat zulke woorden kunnen hebben. In een tijd waarin antisemitische incidenten stijgen, is het onverantwoord om olie op het vuur te gooien met dergelijk onbezonnen taalgebruik. Dat een gevestigde, invloedrijke schrijver zoals Brusselmans deze woorden openbaar maakt, versterkt de schadelijke impact daarvan enkel maar verder. Het feit dat hij hierdoor bedreigingen heeft ontvangen, is eveneens verontrustend en toont aan hoe explosief en ondoordacht zijn column is.
Martijn van Bruggen heeft in zijn artikel op Tzum adequaat de implicaties van Brusselmans’ gedrag belicht. Hij toont scherpzinnig aan hoe dergelijke uitspraken niet louter gezien moeten worden als een literaire uitlating, maar als een maatschappijondermijnende actie. Van Bruggen snijdt zorgvuldig door de valse façade van artistieke vrijheden en legt bloot wat werkelijk op het spel staat wanneer schrijvers ontkennen dat hun woorden gevolgen hebben. De analyse van Van Bruggen is zowel met scherpe pen als met doordachte argumentatie neergezet, en legt daarmee onverbloemd de wonden bloot die door Brusselmans’ onbezonnen woorden zijn geslagen.
De boosheid van het publiek en de bedreigingen die Brusselmans nu ontvangt, zijn helaas een trieste consequentie van zijn eigen verantwoordelijkheid of beter gezegd het gebrek daaraan. Woorden hebben, zeker in geschreven vorm, een enorme kracht om de samenleving te beïnvloeden. Dit geval toont eens te meer aan hoezeer een schrijver zich daarvan bewust moet zijn als hij neerpent wat hij gepubliceerd wenst te zien. Verantwoordelijkheid dragen voor wat men de wereld in stuurt, mag nooit als een voetnoot achterwege blijven.
Het artikel van Martijn van Bruggen wijst ons op een pijnlijk maatschappelijke kwestie die velen raakt. Het biedt een indringende en noodzakelijke kritiek op de verregaande vrijheden die sommige auteurs zichzelf toe-eigenen. Een gebrek aan zelfreflectie en verantwoordelijkheid kan leiden tot het soort publieke ophef en gevaarlijke situatie waarin Brusselmans zich nu bevindt. Het artikel is te lezen via de volgende link:
Laten we hopen dat dit incident een wake-up call is voor de literaire wereld om onze verantwoordelijkheid als schrijvers en critici ernstiger te nemen.
Met literair respect,
Edwin van den Heuvel