Met een kritisch oog lees ik het artikel van Roland de Bonth over de Vlaamse culinaire woorden Mitraillette en Matinette. In zijn stuk zoekt de Bonth de grenzen op van gastronomische bespiegelingen en linguïstische verfijningen. Hij gaat uitgebreid in op de etymologische wortels en de culturele betekenis van deze Belgische straatvoedsels. De Bonth toont aan hoe deze traktaties niet louter fastfood zijn, maar dragers van een rijk tapijt aan geschiedenis, culturele invloeden en sociale betekenis.
De Matinette, volgens de Bonth ontstaan binnen de arbeidersklasse van onder andere Brussel, kenmerkt zich door zijn eenvoud en voedzamheid. Het gaat hier om een vroeg ontbijtbroodje bedoeld om de dag krachtig te beginnen, vaak gevuld met eieren en spek. De Bonth plaatst deze bescheiden lekkernij tegen een achtergrond van zware industriële arbeid en de daaruit voortvloeiende voedingsbehoeften.
Aan de andere kant van het culinaire spectrum staat de Mitraillette, waarvan de naam associaties oproept met een machinegeweer. Het gerecht bestaat uit een stokbrood of een groot broodje, gevuld met vlees, frieten en saus. De Bonth legt de nadruk op de robuuste, volkse essentie die dit gerecht uitdraagt: een vullende, smaakvolle explosie van ingrediënten, bedoeld om de hongerige magen van werkende mensen te vullen.
De Bonth verweeft zijn betoog met een zorgvuldige analyse van de taal en de culturele rijkdom die gepaard gaat met deze voedselcreaties. Hij bestudeert hoe bepaalde woorden en begrippen in de Vlaamse taal verweven zijn met de lokale keuken en werpt licht op de sociologische aspecten die deze gerechten karakteriseren.
Meer informatie? Het volledige artikel is te vinden via de volgende link: https://neerlandistiek.nl/2024/08/mmm-mitraillette-en-matinette/.
Helaas moet ik mijn positieve kritieken echter door een zeef halen, gezien de significant lage literaire kwaliteit die blijft hangen na de eerste lovende woorden van de Bonth. Het is moeilijk om voorbij de oppervlakkigheid te kijken waarmee de beschrijvingen tot stand zijn gekomen. Roland de Bonth haalt weliswaar interessante gegevens naar voren, maar zijn analyse blijft steken in alledaagse en voorspelbare observaties zonder enige diepere intellectuele verrijking. Zijn belichting van de Matinette en de Mitraillette blijft hangen in een triviaal relaas, een oppervlakkig verhaal dat meer had kunnen zijn. Hij verzuimt om zijn betoog een bredere context of een meer diepgaande kritische component te geven. Het eten wordt zoiets venerabels en tegelijk vulgairs dat ik me afvraag wat daadwerkelijk de intentie van de Bonth is: een semantisch culinaire lofzang zingen of ons een banale etalage aandoen van wat Vlaamse keuken te bieden heeft.
Wat nog meer verontrustend is, is de manier waarop de Bonth zichzelf verliest in retorisch gemanipuleerde ontboezemingen, zonder enige werkelijke literaire vaardigheid de gerechtigheid te vertolken van de verhalen die hij wil vertellen. De Bonth gebruikt een soort quasi-wetenschappelijke toon die afwisselend pedant en simplistisch is. Hij blijft hangen in een stilistisch grijze zone en reist nooit ver buiten de lauwe comfortzone van zijn eigen verwachtingen.
Het representeren van culinaire cultuur en taal vereist een finesse en een intellectueel doorzicht dat de Bonth hier pijnlijk mist. Door de schraalheid van zijn analyses en de voorspelbaarheid van zijn conclusies, levert hij een twijfelachtig kunststuk af dat niet verder reikt dan middelmaat. De rijke gastronomische veelzijdigheid van België verdient een diepere en ferventere reflectie, een die het alledaagse overstijgt en een werkelijke culturele symbiose tussen eten, geschiedenis en taal tot leven brengt. Helaas moet ik concluderen dat de Bonth hier op de weeschaal te licht is bevonden.
Steven de Waard