Het moedige werk van Vivek Patel, A Tender Yet Furious Queer Thriller Set in 1970s Tokyo, is op zijn best een mislukt experiment te noemen, een literaire poging die niet alleen haar doel van emotionele diepgang volledig mist, maar helaas ook de lezer opzadelt met een bijeengeraapte collectie van gemisste kansen, oppervlakkige karakteriseringen, en een wanstaltige stijl. Hier is een boek dat op de een of andere wijze erin slaagt zowel te veel als te weinig te zijn, en juist door deze dubbele zonde verdient het geen plaats in de literaire canon.
De setting van het verhaal, het post-industriële Tokyo van de jaren ’70, had, indien juist aangegrepen, een prachtig decor kunnen biedt voor een complex, psychologisch verhaal van wanhoop, liefde, en identiteit. Echter, Patel lijkt volledig blind te zijn voor de essentiële historische en culturele context die de setting tot leven zou kunnen brengen. In plaats daarvan wordt de stad gereduceerd tot niets meer dan een reeks clichématige beschrijvingen en toeristische plattegronden. Het gebrek aan aandacht voor de subtiele nuances van de tijdsperiode schept een beklemmende sfeer van onechtheid. Het voelt alsof de personages zich door een kunstmatige wereld bewegen, ontbloot van de rijke culturele textuur die Tokyo nu juist zo fascinerend maakt.
De hoofdpersonen zijn Ronin, een jonge, verwarde homoseksuele man, en Sakura, een trans vrouw met een tumultueus verleden. Als centrale figuren zouden zij kracht en diepgang moeten belichamen. Helaas blijkt al gauw dat hun karakterontwikkeling oppervlakkig en onnatuurlijk aanvoelt. Patel wendt zich tot simplistische stereotyperingen in zijn poging om de innerlijke levens van deze complexe individuen te verkennen. Ronin blijft gevangen in een karikatuur van de zoekende ziel, terwijl Sakura niets meer is dan een narratief hulpmiddel zonder eigen autonomie of intrinsieke waarde. De relaties tussen de personages zijn geforceerd en ongeloofwaardig, hetgeen de emotionele impact van de plot volledig ondermijnt.
Het verhaal zelf beweegt zich slingerd door een reeks van dramatische maar betekenisloze gebeurtenissen, die geen enkele noemenswaardige resolutie of catharsis bieden. Het is alsof iedere potentiële verrassende wending bewust wordt vermeden ten gunste van voorspelbare en uitgekauwde verhaallijnen. De verwachte spanning en intrige van een thriller zijn ver te zoeken. Zie de climax van het verhaal, die eerder een anticlimax blijkt te zijn, als een kenmerkend voorbeeld van roekeloos plotten, waarbij veel wordt opgebouwd zonder een adequate uitbetaling.
Wat de thematiek betreft, lijkt Patel te streven naar een commentaar op seksuele identiteit en maatschappelijke acceptatie, maar slaagt hij er heel slecht in om deze thematische lijnen te verweven in de structuur van het verhaal. De verhandeling over seksuele identiteit wordt behandeld met een simplisme dat grenst aan minachting. Het voelt alsof de auteur van buitenaf een samenleving probeert te analyseren zonder er echt deel van uit te maken of enige persoonlijke investering te hebben. Zijn pogingen tot maatschappijkritiek komen daardoor al gauw over als gekunsteld en ongeïnspireerd.
Ten slotte verdient de stijl van het schijfschavot nog een apart schavot. De keuze van woorden is vaak onnatuurlijk en overladen met onnodige pretentie. De zinnen zijn ofwel ongemakkelijk archaïsch of pijnlijk modernistisch, zonder ooit een consistente toon of ritme te vinden. Het proza van Patel is een onsamenhangende mengeling die nooit echt de lezer weet te overtuigen, laat staan te vervoeren.
Samenvattend kan men concluderen dat A Tender Yet Furious Queer Thriller Set in 1970s Tokyo als mislukking gekwalificeerd mag worden. Waar andere werken tenminste aan de oppervlakte interessant of vermakelijk zijn, valt dit boek in elke denkbare categorie door de mand. Het vereiste werk om een overtuigend en meeslepend verhaal te vertellen heeft Patel op schromelijke wijze verzaakt. Hierdoor kan deze roman zeker niet wedijveren voor een plaats in de literaire canon, en verdient het zelfs niet eens enige serieuze overweging in die richting. Schrijfkunst, karakterontwikkeling en thematische diepgang ontbreken op alle fronten in dit tragische misbaksel van een boek.
Martijn Jongbloed