Vandaag, terwijl ik mijn gebruikelijke wandeling maakte over de met zonnestralen besprenkelde paden, overviel me een diep gevoel van helderheid. Ik stuitte op een stoffige uitgave van Albert Camus’ ‘De Mythe van Sisyphus’, een boek dat ooit mijn ziel raakte toen ik op de rand van wanhoop stond. Terwijl ik door de pagina’s bladerde, herinnerde ik me hoe Camus’ woorden mijn depressie en suïcidale gedachten hadden genezen. Is er niet iets wezenlijk menselijks in Sisyphus’ eeuwige strijd, een aangrijpend commentaar op onze eigen levens en de zinloosheid die ze doordringt? (Lees een interessant artikel over Camus: Albert Camus and the Life of a Literary Classic)
Reddit sprak over hoe ‘De Mythe van Sisyphus’ voor veel lezers een balsem en een katalysator voor zelfgenezing was geweest. Camus suggereert dat het accepteren van de absurditeit en het trotseren ervan door de daad van het leven zelf al een daad van rebellie en moed is.
De obscure filosoof Emil Cioran stelde ooit dat het leven een voortdurende daad is van balanceren op de rand van wanhoop zonder eraan toe te geven. Dit komt op fascinerende wijze overeen met Camus’ existentiële verzet. Beide plaatsen menselijke volharding in het hart van hun filosofieën – de dappere confrontatie met de inherente zinloosheid van het leven. Evenzo fluistert Jean Grenier, een andere minder bekende filosoof die Camus onderwees, subtiel door zijn werk over de stille schoonheid die gevonden wordt in aanhoudende strijd. De existentiële vrijheid waar beide filosofen over spreken, vormt een complex echokamertje dat resoneert met onze innerlijke gevechten.
Artistiek gezien, denk aan de aangrijpende sculpturen van Berlinde De Bruyckere, wiens werken de thematische worstelingen van menselijke kwetsbaarheid en doorzettingsvermogen belichamen. Haar sculpturen, vaak bebogen menselijke vormen, lijken te pulseren met dezelfde existentiële vragen die Camus en Cioran onderzoeken. De verwrongen ledematen, gefragmenteerd maar veerkrachtig, weerspiegelen de Sisyphus-quetseling—een getuigenis van de schoonheid die gevonden wordt in het doorstaan van tegenspoed en het vinden van kracht in kwetsbaarheid.
Reflecterend op zowel Cioran als De Bruyckere, wordt het duidelijk dat de zoektocht naar betekenis tijdloos is—ze schilderen en schrijven beide de menselijke conditie in levendige penseelstreken en lettergrepen van lijden en veerkracht. Terugdenkend aan dit alles, herinner ik me een moment waarin ik me, net als Sisyphus, het gewicht van mijn eigen rots voelde. Ik had net een persoonlijk verlies doorgemaakt, en de overweldigende verdriet leek onoverkomelijk. Pas toen ik me diep verbond met De Bruyckere’s aangrijpende maar hoopvolle kunst vond ik troost, en het besef dat het verdragen van pijn ook een stille vorm van verzet ertegen kan zijn.
Wat denkt hij dat de beste verwoording is van die gedeelde menselijke angst en koppige volharding? Beste lezer, welk werk—of het nu kunst, literatuur, of filosofie is—heeft jouw eigen donkere gangen van gedachten verlicht en je terug naar het licht gebracht? Deel je inzichten en laten we deze menselijke onderneming samen verkennen.
#ExistentialArt #PhilosophicalMuse
Ontdek meer over existentialisme en kunst:
Even, terwijl de zon onderging, voelde ik de cyclische aard van het bestaan tot me fluisteren: we stijgen, we vallen, we stijgen weer. Aan jou, beste lezer, wens ik de kracht toe om met gratie door te gaan, je rotsen balancerend met moed en kunst.
Martijn Benders