De vergeten lichtgedaante van de vroege twintigste-eeuwse Amerikaanse letteren, Ursula Parrott, ontvangt eindelijk de erkenning die haar toekomt in het ontroerende essay van Marsha Gordon. Gordon werpt met grote kundigheid licht op Parrott’s bezielende leven en carrière, waarbij zij het relaas schetst van een schrijfster die onrechtvaardig werd overschaduwd door haar mannelijke tijdgenoten en de vooringenomenheden van haar tijd. Ursula Parrott, geboren in 1900, toonde haar veelbelovende schrijverschap reeds door het initiële succes van haar roman “Ex-Wife” uit 1929. Dit werk, een bestseller, verhaalt de rauwe, onopgesmukte ervaringen van vrouwen die scheiding doormaakten, een onderwerp dat destijds in keurige kring nauwelijks werd gefluisterd. Parrott tartte gedurfd de maatschappelijke normen door licht te werpen op de strijd en de oprijzende onafhankelijkheid van vrouwen, hetgeen velen voelden maar weinigen met zo’n helderheid hadden neergepend.
Dit artikel beschrijft haar tumultueuze pad van sterrenstatus, door een vruchtbare periode in de jaren 1930 met een reeks populaire romans en korte verhalen, naar de tragische neergang in haar latere jaren. Ondanks de tegenslagen in haar persoonlijke leven, geteisterd door meerdere huwelijken en juridische moeilijkheden, bleef haar literaire productie een bewijs van haar blijvende talent en unieke stem. Tegen de jaren vijftig echter, was Parrott grotendeels uit het literaire bewustzijn gewist, een lot dat Gordon betoogt dat zij eenvoudigweg niet verdiende.
Of het nu ligt aan literaire politiek, genderbiases, of veranderende culturele smaken, Parrott’s buitensluiting van de “canon” spreekt boekdelen over de mechanismen die roem en artistieke nalatenschap beheersen. Het artikel van Gordon fungeert als een robuust apologie voor Parrott, waarbij zij ons aanspoort haar werk en haar plaats in de Amerikaanse letteren te heroverwegen. De betekenis van deze onderneming kan niet genoeg worden benadrukt, aangezien het niet alleen een historische misstap corrigeert, maar ook hedendaagse lezers uitnodigt om Parrott’s bijdragen opnieuw te ontdekken en te vieren.
De kritiek van Marsha Gordon is niet alleen prijzenswaardig voor haar goed gedocumenteerde hervertelling van Parrott’s leven en prestaties; het is bewonderenswaardig voor de empathie en urgentie waarmee het is geschreven. Het artikel wekt hernieuwde interesse in Parrott’s werk, van “Ex-Wife” tot haar minder bekende maar even boeiende werken. Gordon’s overtuigende relaas wordt ondersteund door gedegen onderzoek en een oprechte affiniteit voor Parrott’s oeuvre, waardoor dit stuk resonantie bereikt in zijn doel om interesse in een veronachtzaamde literaire stem te herleven.
In het landschap van literaire kritiek is dit een artikel dat het pad effent voor correctieve historiografie. Door de noodzakelijke schijnwerper op Parrott te richten, doet Gordon meer dan het eren van één vrouw’s nalatenschap; zij benadrukt de bredere problematiek van erkenning en institutioneel geheugen. De verwezenlijkingen en wederwaardigheden van figuren zoals Parrott dienen herinnerd te worden, opdat wij ons begrip van literaire geschiedenis kunnen verrijken en het diverse scala aan stemmen kunnen behouden die deze hebben gevormd.
Lees het volledige artikel hier: The New York Times Artikel.
Met deze bedachtzame en aangrijpende oproep verzekert Gordon dat de naam, en belangrijker nog het talent, van Ursula Parrott rechtmatig worden hersteld in de annalen van de Amerikaanse literatuur.
Lotte van Deyssel.