In Clare Pollard’s “The Modern Fairies” worden lezers meegenomen op een levendige reis door de betoverende maar turbulente wereld van Charles Perrault en zijn complexe relatie met het hof van Versailles tijdens de regeerperiode van Lodewijk XIV. Pollard portretteert Perrault nauwkeurig als een zelfgemaakt man, geworteld in bourgeoisprivilege, die een complexe web van politieke en sociale dynamiek navigeert. Hij stijgt op van bescheiden afkomst naar de geëerde positie van lid van de Franse Academie, dankzij de bescherming van Jean-Baptiste Colbert. Versailles wordt afgebeeld als een overweldigende manifestatie van weelde—een architectonisch wonder vol grandeur, schitterende tuinen en een constante vertoning van de macht van de koning. De auteur benadrukt de excessen van het hof, waaronder de intrigerende mix van kunst en losbandigheid, en toont de extravagante feesten, de speelse maar meedogenloze aard van de hofliefde, en de betoverende optredens die Lodewijk XIV en zijn hovelingen vermaakten. Dit levendige tableau onthult de paradox van een samenleving die beladen is met rijkdom en schoonheid, maar tegelijkertijd vastzit in onvermijdelijke verval en morele ambiguïteit, en belicht de delicate balans tussen fantasie en werkelijkheid.
De werken van Clare Pollard zijn een meesterclass in het tot leven brengen van de geschiedenis door middel van poëtische proza dat de lezer uitnodigt in het hart van het hof in Versailles. Met rijke beschrijvingen die alle zintuigen aanspreken, creëert ze een ervaring die net zo meeslepend als tot nadenken stemmend is. Haar vermogen om het weefsel van Perrault’s leven te combineren met de weelde en verval van het koninklijk hof onthult niet alleen de schoonheid van de setting, maar ook de emotionele en morele complexiteit van de bewoners. Pollard balanceert vakkundig humor en ernst, en illustreert de absurditeiten van macht en verlangen die het tijdperk kenmerkten, terwijl ze tegelijkertijd een reflectie biedt op de menselijke conditie die verdergaat dan het historische narratief. Haar verbeeldingskracht stelt lezers in staat om de tegenstrijdigheden van de beschaving onder ogen te zien, suggererend dat de ware essentie van sprookjes niet slechts ligt in hun wonderen, maar in de duistere waarheden die ze vaak verbergen.
Als Nederlandse schrijver en literatuurdocent ben ik bijzonder onder de indruk van Pollard’s vermogen om haar narratief te verankeren in historische details terwijl ze de fantastische elementen van Perrault’s verhalen gebruikt om de tekst te informeren en te verrijken. Deze synthese eert niet alleen de literaire erfenis van het verleden, maar heruitvindt deze ook voor hedendaagse publieken, en demonstreert de universaliteit en tijdloosheid van sprookjes.