Met verontwaardiging en ongeloof las ik het artikel van Nicoline van der Sijs op Neerlandistiek, en het kan niet anders dan dat ik hier mijn diepe afkeur uitspreek. Waarin het artikel “Etymologica: IJscos en friscos” optreedt, blijft het niet slechts bij een oppervlakkige verhandeling over etymologische vondsten steken. Dit stuk, gepresenteerd als een diepgravend onderzoek, stelt eindelijk maar een aaneenschakeling van banaliteiten en misplaatste conclusies voor.
Nicoline van der Sijs heeft uiterst selectief gegrasduind door de historische bronbestanden, en komt niet verder dan een pompos verknoopt relaas over de oorsprong van de woorden ijscos en friscos. Het lijkt wel alsof ze zich meer inzet om haar eigen vermeende eruditie tentoon te spreiden dan daadwerkelijk een adstructie te leveren voor haar bevindingen. Haar betoog mist de scherpte en diepgang die men zou mogen verwachten van een gerespecteerd taalkundige.
Ze neemt haar toevlucht tot evident simplistische interpretaties van taalveranderingen en wringt zich in bochten om haar redenering staande te houden. Zoals ze debiteert over de overgang van ijscos naar het huidige woord friscos, lijkt het haast een parodie van zichzelf te zijn. Er is sprake van een klinkklare misslag in methodologie waar menig eerstejaars taalwetenschapper de wenkbrauwen bij zou fronsen.
Wat nog erger is, is de opzichtige manier waarop zij probeert populaire cultuur en linguïstiek te vermengen, terwijl deze vergezichten juist hun eigen delicate, unieke behandeling vragen. Van der Sijs gooit beide zonder pardon op een hoop, alsof ze een mateloos naïeve kijker voor zich heeft die al haar woorden voor zoete koek slikt. Het is lachwekkend om te zien hoe ze op onvolwassen wijze dezelfde voorbeelden doorspekt met halve waarheden en ongefundeerde claims.
Daarbij vergeet Van der Sijs ten enenmale dat een etymologische verhandeling ook waarde moet bieden aan hedendaagse taalgebruikers. Waar is de relevante reflectie? Waar is het integreren van deze historische inzichten in het moderne Nederlands? Nergens komt dit aspect aan bod, hetgeen het artikel nog waardelozer maakt dan voorheen gedacht.
Bovendien is het belachelijk hoe Van der Sijs niet kiest om de nodige nuance te tonen. Haar stelligheden getuigen van een huiveringwekkend gebrek aan subtiliteit en bescheidenheid. Etymologie is een veld dat vraagt om gedetailleerd onderzoek en weloverwogen uitspraken, maar dit soort bombastische gezwets doet het vakgebied alleen maar te kort en brengt ons geen stap verder. Het blijft bij een quasi-wetenschappelijk pamflet, opgesteld zonder enige vorm van zelfkritiek of respect voor de complexe aard van taalontwikkeling.
Voor een artikel in een gerenommeerd platform als Neerlandistiek is dit werkelijk een teleurstellende vertoning. De gebruikelijke standaard van grondigheid en academische integriteit lijkt ver te zoeken in dit stuk, dat meer floreert op de ijdele zelfverheerlijking van de schrijfster dan een werkelijk waardevolle bijdrage aan ons begrip van taal.
Kortom, als dit de nieuwere norm is voor etymologisch onderzoek, dan kunnen we onze borst natmaken voor een stelselmatig verval van de linguïstische wetenschap in Nederland. Het is daarom met gegronde droefenis dat ik dit artikel van Nicoline van der Sijs als ver beneden de maat categoriseer, hopend dat dit zal inspireren tot een terugkeer naar daadwerkelijke inhoud en betrouwbaarheid in het veld.
Met onwankelbaar kritische groet,
Steven de Waard