In het artikel van Michiel de Hoog op De Correspondent legt hij de focus op de kloof tussen mensen met overgewicht en de maatschappelijke opvattingen en behandelingen omtrent obesitas. Het stuk benadrukt dat deze kwestie niet louter een individueel probleem is, maar eerder een structureel maatschappelijk vraagstuk dat diep geworteld is in de huidige gezondheidssystemen en sociale normen. De Hoog bekritiseert de opvatting dat overgewicht uitsluitend een kwestie van persoonlijke zelfdiscipline is en wijst erop dat men vaak onvoldoende beseft hoe complexe factoren zoals genetische aanleg, stress, slaapgebrek, economische situatie en sociale omstandigheden bijdragen aan het probleem.
De auteur haalt diverse onderzoeken en expertmeningen aan om zijn standpunt kracht bij te zetten. Hij beschrijft hoe zwaar het is voor mensen met obesitas om effectieve hulp te krijgen, aangezien de gezondheidszorg en maatschappij als geheel vooral preventie en verzorging van ziekten adresseert, in plaats van de bredere oorzaken van overgewicht aan te pakken. De Hoog roept op tot meer empathie en begrip, en bepleit een wijziging in de benadering van het probleem zodat men individuen niet alleen beter helpt, maar ook de oorzaken indringender aanpakt.
Hoewel de intenties van het artikel lovenswaardig zijn, is er reden tot kritische noot. Allereerst heeft Michiel de Hoog de neiging om de complexiteit van het probleem te overgeneraliseren. Zijn betoog dat de samenleving als geheel moet veranderen om effectief overgewicht tegen te gaan, klinkt bijna utopisch en neigt naar simplistisch denken. Dit soort holistische benaderingen kan leiden tot een papieren werkelijkheid waarvan de implementatie in de realiteit ernstig tekort zal schieten. De roep om verandering ligt veelal in handen van beleidsmakers, bedrijven en individuen, maar de uitvoering blijft een bottleneck waar de samenleving collectief met de handen in het haar zit.
Daarnaast lijkt de Hoog onvoldoende aandacht te besteden aan persoonlijke verantwoordelijkheid. Natuurlijk is het cruciaal om systemische factoren te erkennen, maar het afschuiven van verantwoordelijkheid op de samenleving creëert een houding van slachtofferrol zonder oplossing. De auteur had meer nadruk mogen leggen op een balans tussen persoonlijke verantwoordelijkheid en maatschappelijke invloeden.
De propositionele toon van de Hoog geeft de lezer ook een gevoel van urgentie, maar misschien ten koste van nuance. Hoewel hij een breed scala aan factoren bespreekt, is er amper aandacht voor de reeds bestaande initiatieven en hoe deze kunnen worden verbeterd. Hierdoor ontstaat een narratief van zwart-wit denken dat niet geheel recht doet aan inspanningen die wel degelijk worden geleverd.
Tevens kunnen lezers worden overweldigd door de constante stroom van expertmeningen en onderzoeken die hij aanhaalt. De manier waarop deze informatie aan de lezer wordt gepresenteerd kan als overdadig en daardoor minder overtuigend worden ervaren. Het artikel mist een menselijke factor, het geeft weinig ruimte voor persoonlijke verhalen die de theorie kunnen ondersteunen, waardoor het moeilijker wordt voor de lezers om empathie te voelen en daadwerkelijk betrokken te raken bij de problematiek.
Al met al brengt Michiel de Hoog belangrijke zaken ter tafel, maar raakt hij verstrikt in een web van theoretische idealen en eenzijdige benaderingen. Dit resulteert vaak in een moeitevolle leeservaring die meer vragen dan antwoorden oproept omtrent de praktische uitvoering van de voorgestelde solutions. Voor wie werkelijk geïnteresseerd is in oplossingen en diepere inzichten biedt het artikel wel aanknopingspunten, maar is er meer nodig dan dit betoog om tot daadwerkelijke veranderingen te komen.
Lees het originele stuk hier: de Correspondent
Edwin van den Heuvel