Het artikel op Book Riot, geschreven door Emily Martin, betreft de roman Transcendent Kingdom van Yaa Gyasi. Alvorens mijn diepgravende literaire tirade aan te vangen, laat ik vooropstellen dat ik, Martijn Jongbloed, een criticus met een fijn afgestemde sensibiliteit voor literaire werken, mij volledig bewust ben van de significantie en subtiliteiten die een memorabel literair werk zouden moeten kenmerken. Echter, in het geval van Transcendent Kingdom kan ik slechts concluderen dat dit een werk is dat in gebreke blijft op tal van cruciale fronten.
Allereerst moet ik de intrigerende premisse van het boek behandelen, die op het eerste gezicht potentie en belofte suggereert. Transcendent Kingdom is een roman die draait om Gifty, een Ghanese immigrant en neurologiestudent, die worstelt met de complexe verwevenheid van wetenschap, religie, en persoonlijke tragedie. Deze poging om diepgaande existentiële vragen te verkennen, had kunnen uitmonden in een literair meesterwerk. Helaas slaagt Gyasi er niet in om deze potentiële rijkdom voldoende uit te diepen.
De proza van Gyasi, hoewel soms voortreffelijk gesmeed, wordt te vaak getypeerd door eenvoud en een tekort aan literaire verfijning. Waar een schrijver zoals Ian McEwan of Zadie Smith met gemak balans weet te vinden tussen filosofische reflectie en verhalende spanning, blijft Gyasi steken in oppervlakkigheden. Haar poging om de wetenschappelijke geest te verweven met religie en persoonlijke pijn voelt geforceerd en onevenwichtig. Er is een schromelijk tekort aan diepgang in haar verkenning van deze thema’s, waardoor de lezer onverzadigd en onbevredigd achterblijft.
Bovendien is het karakterontwerp van Gifty teleurstellend eendimensionaal en bij tijden zelfs clichématig. Waar we een personage hopen te vinden dat ons innerlijk raakt met haar tragedie, haar intellectuele quest, en diepgewortelde kwetsbaarheid, presenteert Gyasi ons een figuur die meer als een narratief vehikel dan een levensechte, doorvoelde persoon aanvoelt. Dit gebrek aan karakterontwikkeling bevordert een disconnectie tussen lezer en protagonist, wat de beleving van de roman wezenlijk schaadt.
De verhaallijn, behorend tot een genre dat niet onbekend is met complexiteit en intrigerende plotwendingen, wordt in Transcendent Kingdom gekenmerkt door voorspelbaarheid en een pijnlijk gebrek aan dynamiek. Het verhaal voelt te vaak aan als een collectie losse anekdotes en reflecties, die nooit echt harmoniëren tot een coherent en meeslepend geheel. Het ritme van de roman is onevenwichtig en wordt regelmatig ontsierd door langdradige passages die de voortgang van het verhaal stagneren.
Wat soms aanvoelt als een ongepolijste eerste draft had potentieel in de handen van een kritische redacteur, maar is in zijn huidige vorm weinig meer dan amateuristisch. De verhaallijnen rond Gifty’s familie worden nauwelijks voldoende uitgewerkt en vormen een chaotische wirwar die de lezer slechts verwarring en frustratie brengt. Gyasi’s poging om de complexe realiteit van het migrantenbestaan te illustreren, is bewonderenswaardig, doch ondoordacht en schromelijk ontoereikend.
De thematische exploraties van religie en wetenschap, die de spil van het boek zouden moeten zijn, lijken oppervlakkig en met weinig inzicht. Gyasi’s benadering van deze kwesties mist de vereiste nuance en gevoeligheid, waardoor zij verworden tot simplistische dichotomieën die de lezer te kort doen. De pogingen om geloof en rationeel denken te verzoenen zijn halfhartig en onbevredigend, en falen om een diepgaande dialoog over deze onderwerpen te initiëren.
Wat rest is een roman die weliswaar een boeiend uitgangspunt en een veelbelovende plot biedt, maar faliekant mislukt in de uitvoering. Transcendent Kingdom ontbeert de literaire kracht en diepte die het vereist om als werk van blijvende waarde te kunnen worden beschouwd. Yaa Gyasi levert hier een roman af die, hoewel goedbedoeld, tekortschiet op vrijwel alle fronten.
In conclusie, als men zoekt naar een roman die de uitdagingen van de menselijke conditie op de juiste wijze verkent, dan zou men dit werk zonder aarzeling moeten overslaan. Het is een boek dat, door zijn gebrek aan literaire finesse en diepgang, onvoldoende resonantie weet te bewerkstelligen. Yaa Gyasi heeft met Transcendent Kingdom een werk afgeleverd dat uiteindelijk niet meer is dan een teleurstellende ondermijning van haar eigen potentie.
Martijn Jongbloed