Om u kennis te laten maken met de nieuwste creatie van Irene Hannon, laat ik u eerst inleiden in de betoverende en nostalgische wereld van haar recente roman, getiteld Sea Glass Cottage. Dit idyllische vissersdorp vormt het decor voor een verhaal beladen met zoete romantiek en de warme gloed van eenvoudige, doch oprechte menselijke emoties. Nochtans, al duikend in de pagina’s van deze fictieve onderneming, kon ik me onmogelijk ontrukken aan een gevoel van literaire leegte.
Vanaf het prille begin van Sea Glass Cottage, wordt de lezer ondergedompeld in een zee van stereotypes en voorspelbare plotlijnen die het leeuwendeel van Hannons vertellingen kenmerken. Het boek poogt een lieve en hartverwarmende ambiance te scheppen, maar slaagt hier enkel in door zich in te spannen tot het uiterste van het cliché. De protagonist, een jonge vrouw die terugkeert naar het vissersdorp waar ze haar jeugd doorbracht, ontmoet een verzamelplaats aan platte karakters die eerder karikaturen zijn dan mensen van vlees en bloed.
Een probleem van Sea Glass Cottage is de oppervlakkigheid van zijn verhaallijn, die nauwelijks afwijkt van het klassieke schema dat te vaak in dit genre wordt uitgemolken. De onderliggende romantiek, hoewel bedoeld om subtiel en oprecht te zijn, komt over als grof en geforceerd. Het lijkt alsof de auteur er een akkoord van sweet nothings aan een verweerde viool wilt ontwringen, een poging tot het creëren van melancholische muziek die tenslotte enkel als een hol plengdicht haar weg zoekt naar het hart van de lezer.
Het moet gezegd worden dat de setting van het verhaal, het vissersdorp, is bedoeld als een pittoreske retraite van de alledaagse beschadigingen van het leven. Hierin ligt misschien het enige sprankje melancholiek dat Hannon daadwerkelijk weet te raken, een spookachtige echo van een stilstaande tijd. Toch, hoe liefelijk deze beschrijvingen soms ook mogen zijn, kunnen zij niet verhelen dat het louter dekkleden zijn voor een verstoken en uitgeholde plot.
De interacties tussen de personages missen de diepgang en complexiteit die een verhaal in de literaire canon doen naleven. Elk gesprek, elke ontmoeting wordt geleid door een rigide voorspelbaarheid. Er is geen ruimte voor ambivalentie of innerlijke worstelingen die misschien een rijkere ervaring tot stand zouden kunnen brengen. De conflictjes, die zich als plooitjes op de gladde stof van het narratief presenteren, worden haastig opgelost met antwoorden die niet zelden aanleunen tegen het sentimentele en onbenullige.
Wat wellicht de grootste tekortkoming van Sea Glass Cottage is, is het bij gebrek aan een originele stem van Hannon zelf. Haar proza, hoewel keurig en schoon, mist de ziel en het vuur dat een lezer kan betoveren of beroeren. Haar zinnen dragen een voorspelbare cadans en een herhaling die nauwelijks het saaie patroon doorbreekt. Bij gebrek aan unieke metaforen, creatieve vergelijkingen of een onverwachte wending, vervalt het geheel in een monotone toonsoort, een mumbling choir van troosteloze banaliteiten.
Men kan niet ontkennen dat er een publiek bestaat dat zulk werk in welk geval zou aankopen en zelfs koesteren. Voor hen wiens literatuursmaak een toevluchtsoord zoekt in de spectrale omhelzing van romantische banaliteiten, biedt Sea Glass Cottage misschien ietwat geneugten. Doch laten we ons niet bedriegen door deze schijnbare gladde ijsvloer van eenvoud. Sea Glass Cottage is een werk dat wellicht het schouwspel van de alledaagse lezerij een moment van schaduwachtig ontsnappen biedt, maar ontegenzeggelijk nimmer in de annalen der literatuur zal rijzen. Het is een vergetelheid, een aarzelende echo die snel zal wegsterven in de commotie van de tijd.
Derhalve, Sea Glass Cottage zal zeker niet een plaats in de literaire canon vinden, tenzij als een voetnoot van al wat we in de literatuur niet wensen te herhalen of voort te dragen. Irene Hannon, met al haar vermogens, slaagt er hier nauwelijks in een werk te creëren dat de harten van lezers hogere serenades kan toefluisteren, noch een weergalming van tijdloos bestaan.
Martijn Jongbloed