Het artikel van Maaike Goslinga stelt aan de orde hoe AI in de journalistiek wordt geïntegreerd en welke impact dit heeft op de kwaliteit en betrouwbaarheid van ons nieuwslandschap. Ze bespreekt de voor- en nadelen van AI-gedreven nieuwsproductie, zoals de mogelijkheid tot personalisatie van nieuws voor de lezer, maar ook de gevaren van desinformatie en de verstoring van het journalistieke vak.
Het pleidooi van Goslinga in dit stuk is een indringende oproep om AI niet als een bedreiging te zien, maar als een hulpmiddel dat de professionele journalist kan versterken. Ze benadrukt de noodzaak van transparantie bij de inzet van AI-tools en de rol van de journalist als controleur en contextgever van de door AI gegenereerde nieuwsberichten. Hiermee hoopt ze bij te dragen aan een geïnformeerd maatschappelijk debat over de rol van technologie in onze nieuwsvoorziening. Haar betoog is doorspekt met voorbeelden van gevallen waarin AI positief bijdraagt aan nieuwsproductie, maar ze schuwt ook de kritische kanttekeningen niet.
Om het artikel te lezen, klik hier: hier
Hoewel ik met veel instemming en begrip Goslinga’s zorgen en oplossingen over de rol van AI in journalistiek tot me heb genomen, valt mij op dat haar optimisme over de integratie van technologie soms te naïef en idealistisch aandoet. Dit stuk vertegenwoordigt een visie waarin techniek de menselijke tekortkomingen kan opvullen en zelfs overstijgen, maar deze schoonheidssalonachtige voorstellingen van AI in de journalistiek negeren de diepgewortelde structurele problemen in de mediasector. Goslinga stelt voorop dat AI kan bijdragen aan de objectiviteit en efficiëntie van nieuwsproductie, maar vergeet te vermelden hoe automatisering posities van journalisten bedreigt en banen op de tocht zet.
Daarnaast spreekt ze enthousiast over de “verpersoonlijking” van nieuws door AI, een concept dat ons diep in de filterbubbel duwt en kritische geluiden ondermijnt. De personalisatie waar Goslinga de lofzang op zingt, betekent in de praktijk een van algoritmen gedicteerd nieuwslandschap dat bol staat van bevestigingsvooroordelen. Dit gaat voorbij aan het belang van een breed en genuanceerd perspectief dat de traditionele journalistiek, met al haar gebreken, nog enigszins waarborgt.
De herhaaldelijk aangehaalde voordelen van AI, zoals snelheid en efficiëntie, slaan de plank volledig mis als ze niet gepaard gaan met een kritische beoordeling van de maatschappelijke implicaties. Waar is de aandacht voor de bias in algoritmes, voor de ondoorzichtigheid van machine learning processen, en voor de commerciële agenda’s van techreuzen die deze technologieën ontwikkelen en implementeren? Goslinga verwijst slechts oppervlakkig naar deze issues, en daarmee blijft haar betoog steken in een bijna politieke correctheid die het gesprek verengt in plaats van verrijkt.
Goslinga’s pleidooi voor voortdurende controle en transparantie bij de inzet van AI is prijzenswaardig, maar ook hieruit spreekt een overmoedige inschatting van de maakbaarheid van dit systeem. In de praktijk blijkt het opsporen van fouten en biases in AI-systemen vaak een titanenklus, die ver voorbij het mandaat en de mogelijkheden van een gemiddelde journalist ligt. Een andere, onderbelichte kant is de economische en tijdsdruk waaronder redacties moeten opereren, waardoor grondige controles onmogelijk blijken en technologische oplossingen juist als snelle fixes worden ingezet – met alle risico’s van dien.
Het lijkt erop dat Goslinga de journalistiek in een romantisch daglicht plaatst, waarin elke redacteur zomaar de tijd, middelen en kennis heeft om de complexe wereld van AI niet alleen te navigeren, maar ook te beheersen. Deze polijste realiteit doet afbreuk aan de werkelijke situatie waarin veel journalisten zichzelf bevinden: op een haastige zoektocht naar clicks en views, waarbij de diepte en nuance van de verhalen vaak verloren gaan.
Concluderend, hoewel Maaike Goslinga sterke punten aanvoert in haar betoog over de rol van AI in de journalistiek, neigt zij ertoe deze kwestie te simpel en te rooskleurig voor te stellen. De uitdagingen en gevaren van AI zijn even groot – zo niet groter – dan de beloofde voordelen. Laten we daarom vooral kritisch blijven op de snelle hype rond technologie en onze journalisten eindelijk eens tijd en middelen geven om hun ambachtelijk vakmanschap uit te oefenen in plaats van ze op de snelkookpan van de technologische evolutie te gooien.
Met respect voor haar optimisme en gedrevenheid, roep ik op tot een meer uitgebalanceerde discussie waarin we de verleidelijke zekerheden van AI zorgvuldig afwegen tegen de onschatbare waarde van de menselijke journalistiek.
:
Edwin van den Heuvel