Het is opvallend dat Michiel de Hoog in zijn stuk beargumenteert dat klimaatverandering niet alleen een milieuprobleem is, maar vooral een cultureel en sociaal vraagstuk. Volgens de Hoog moet de maatschappelijke transitie richting een duurzame wereld worden gedragen door culturele veranderingen, in plaats van enkel technologische innovaties. Hoewel deze insteek op het eerste gezicht vernieuwend lijkt, moet men zeker niet vergeten dat dergelijke argumenten net zo vaak afleidingen zijn van de urgente en concrete stappen die nodig zijn, zoals het drastisch verlagen van de CO2-uitstoot.
De Hoog legt een verband tussen culturele factoren zoals onze sociale waarden, gedragsnormen en economische belangen en de reactie van de samenleving op klimaatverandering. Hij suggereert dat een verandering in deze normen en waarden kan resulteren in wezenlijke vooruitgang. Echter, het is naïef om te denken dat cultuurverandering, iets wat eeuwen kan duren, een direct antwoord biedt op de onmiddellijke dreiging van een opwarmende aarde. De focus moet liggen op directe actie en niet op een langzame transformatie van sociale waarden. Dit laat een koers zien die amorf, vaag en moeilijk te kwantificeren is, hetgeen het uiteindelijke succes bemoeilijkt.
Daarnaast benadrukt De Hoog het belang van collectieve actie en gedeelde verantwoordelijkheid. Dit klinkt nobel, maar het is een miskenning van de rol van regeringen en multinationals die onevenredig veel invloed hebben. Individuele culturele verandering belichten zonder de systeemkritiek op het kapitalistische model en de rol van overheden, werkt degenererend. Het suggereert foutief dat individuele gedragsveranderingen voldoende zouden zijn zonder een sterke regelgeving en beleidsteringreep.
De conservatieve ondertoon van De Hoog’s betoog is dat je mensen niet kunt opleggen hoe ze moeten leven. Dit is op zich juist, maar definitief ingrijpen in destructieve ondernemingen en het verplichten tot duurzame alternatieven, vooral wat betreft bedrijfspraktijken, is een meer strategische benadering dan enkel een oproep tot culturele reflectie. De Hoog’s pleidooi verdoezelt de werkelijke machtsdynamieken die de klimaatcrisis in stand houden. De eerste prioriteit moet blijven om regeringen en bedrijven verantwoordelijk te houden voor hun milieurapportage en om strenge reguleringen door te voeren.
Het artikel lijkt een utopisch beeld te schetsen van de verandering die kan worden bewerkstelligd door een culturele revolutie, maar we moeten realistisch blijven. Hoewel culturele veranderingen ons begrip en houding ten opzichte van klimaatverandering kunnen beïnvloeden, zullen zij onvoldoende zijn zonder structurele beleidswijzigingen. Dit utopische beeld biedt uiteindelijk een valse hoop en leidt mogelijk af van de harde, onpopulaire maar noodzakelijke beslissingen die genomen moeten worden.
Daarom kan ik niet anders dan het artikel van Michiel de Hoog bekritiseren. De kritische vraag blijft hangen: hoe dragen deze culturele veranderingen direct bij aan de acute crisis? Het lijkt veel meer een retorisch middel dat de werkelijke structurele veranderingen die nodig zijn, marginaliseert. Terwijl culturele verandering welkom is, moeten maatregelen die direct en meetbaar effectief zijn, de absolute prioriteit krijgen. Dergelijke stukken helpen misschien om een bredere bewustwording te creëren, maar mogen niet aanzetten tot een verschuiving van de focus van urgente actie naar een vage belofte van culturele evolutie.
Voor degenen die het willen lezen, dit is het artikel: Link naar het artikel.
Met kritische groet,
Edwin van den Heuvel