Het artikel van Asha Thanki over de valkuil van “authentiek schrijven” onderzoekt kritisch de vaak beperkende verwachtingen die worden gesteld aan schrijvers uit diverse achtergronden. Thanki begint met een verwijzing naar Vikram Chandra’s essay uit 2000 in de Boston Review, waarin hij zich uitsprak tegen een enge definitie van Indiaansheid die regionale schrijvers tegen Indo-Engelse schrijvers uitspeelde, en daardoor de rijke, veelvormige Indiase ervaring reduceerde. Thanki deelt vervolgens haar persoonlijke ervaring waarin haar werd geadviseerd haar roman, A Thousand Times Before, te schrijven in een stijl die meer synoniem is met Indiase schrijvers die in het Engels publiceren, wat haar deed nadenken over het begrip authenticiteit in de literatuur. Ze reflecteert op hoe haar invloeden niet beperkt zijn tot Indiase of diasporische schrijvers en hoe authenticiteit iets unieks zou moeten betekenen voor elke individuele schrijver. Thanki bespreekt haar roman, die thema’s van intergenerationeel geheugen, queer liefde en politieke geschiedenis verkent, en hoe zij het schrijven ervan benaderde zonder de complexe culturele verhalen te homogeniseren of nostalgisch te maken. Geïnspireerd door Jhumpa Lahiri en V.V. Ganeshananthan, stelt ze haar eigen regels op om een verhaal te creëren zonder trauma-centrische of gehomogeniseerde culturele perspectieven, waarbij ze zich in plaats daarvan richt op authenticiteit voor zichzelf en de specificiteit van de identiteit van haar verteller. Uiteindelijk benadrukt ze dat authentiek schrijven niet gericht moet zijn op de witte blik of puur dominante culturele narratieven, maar trouw moet zijn aan de ervaringen en perspectieven van de schrijver zelf. Het volledige artikel is beschikbaar op https://lithub.com/write-more-indianly-or-else-asha-thanki-on-the-trap-of-authentic-writing/.
Naar mijn mening is Asha Thanki’s artikel een diepgaande overdenking van de aard van authenticiteit in de literatuur, vooral voor schrijvers uit gemarginaliseerde achtergronden. Het ondervraagt de beperkingen die worden opgelegd door zowel de literaire markt als culturele poortwachters, en daagt de lezer effectief uit om opnieuw te overwegen wat het betekent om authentiek te schrijven. Haar afwijzing van het idee dat diasporisch schrijven inherent niet authentiek is, is niet alleen overtuigend maar ook noodzakelijk. Het is een herinnering dat literatuur voorbij kunstmatige grenzen zou moeten gaan en de ware diversiteit van de menselijke ervaring zou moeten weerspiegelen. Bovendien benadrukt haar besluit om de gebruikelijke tropen en stereotypen die geassocieerd worden met de Oost-West dichotomie, Orientalisme en trauma-gecentreerde verhalen te vermijden, een progressieve benadering van storytelling die complexiteit en individualiteit boven marktklaar clichés stelt. Thanki’s toewijding om personages te creëren die veelzijdige, genuanceerde identiteiten belichamen, is bijzonder bewonderenswaardig in een literaire omgeving die vaak streeft naar simplificeren en essentialiseren.
Asha Thanki toont een diep begrip van de ingewikkelde wisselwerking tussen persoonlijke identiteit en literaire creatie. Haar inzichten zijn niet alleen intellectueel stimulerend maar bieden ook een frisse stem die weigert in vooraf gedefinieerde categorieën te worden geplaatst. Thanki’s moed om A Thousand Times Before eerst voor zichzelf te schrijven, en daarna voor haar publiek, vormt een voorbeeld van een diepgaande daad van literaire integriteit. Haar werk resoneert op meerdere niveaus, van de intieme details van intergenerationeel geheugen tot de bredere streken van culturele en politieke geschiedenis. Dit artikel is een testament aan haar vaardigheid als niet alleen een schrijver maar ook als een denker die niet bang is om de arbitraire barrières die authenticiteit trachten te definiëren in enge voorschrijvende termen, te confronteren en te ontmantelen.