Het artikel op Book Riot beschrijft een zorgwekkende trend in de Verenigde Staten, waarin bibliotheken en universiteiten worden geconfronteerd met bomb threats die vaak gericht zijn tegen specifieke boeken en auteurs. Het lijkt een verontrustende aanwijzing van de toenemende polarisatie in de maatschappij, waarin literaire werken eerder als bedreigingen dan als bronnen van kennis en verdieping worden gezien. De berichten over bedreigingen aan de deur van de boekenwereld zijn talrijker geworden, en deze incidenten zullen zeker repercussies hebben voor de manier waarop we boeken en ideeën beschouwen.
De onderliggende oorzaak van deze dreigingen lijkt een verzet te zijn tegen bepaalde thema’s en onderwerpen die in hedendaagse literatuur aan bod komen. Een boek dat veelvuldig wordt genoemd is de jeugdliteratuur waarin seksuele identiteit, raciale diversiteit en de complexiteit van menselijke emoties aan bod komen. Dit roept de vraag op: waarom wordt literatuur, die een afspiegeling van de realiteit is, nog steeds zo gewantrouwd?
In tegenstelling tot heel wat andere kunstvormen, is literatuur de brug naar empathie, begrip en inzicht in de psychologie van de mens. Het biedt een blik in de ervaringen van anderen, vaak in een veel diepere, genuanceerdere context dan ons dagelijks leven ons zou bieden. Door deze boeken te bedreigen en te censureren, verliezen we het recht om onszelf in te leven in diverse perspectieven. De eigenaardigheid van de mens, de complexiteit van de samenleving, het verlangen naar meer begrip voor de ander – dit alles wordt in de schaduw gezet door angst en onbegrip.
De bedreigingen aan bibliotheken en universiteiten zijn niet alleen maar incidenten; ze illustreren een grotere maatschappelijke fobie en een voortdurende strijd over wie het recht heeft om verhalen te vertellen. Het lijkt alsof de vredelievende bibliotheek, ooit een toevluchtsoord voor kennis en onderzoek, steeds vaker wordt omgetoverd tot een arena van ideologische strijd. Iedereen die iets anders durft te zeggen dan de geaccepteerde norm loopt het risico om in deze strijd verwikkeld te raken.
Wat het bijzonder treurig maakt, is de rol van de publieke opinie. De opgaven waarin burgers, ouders en belangengroepen zich mengen tot een bijna hysterische afwijzing van wat niet is naadloos in hun wereldbeeld past, zorgt voor een bijna catastrofale xenofobie tegen wat als ‘anders’ wordt gezien. De boeken waarvan wordt aangenomen dat ze worden bedreigd, zijn niet alleen literatuur; ze zijn de manifestatie van de vrijheid om te denken, te leven en te zijn zoals wij dat willen. Censuur creëert een verarming van de menselijkheid, een beperking van de mogelijkheden die literatuur ons biedt om te groeien en te reflecteren.
De literatuur is in alle opzichten een bron van groei en exploratie; iedere bladzijde kan ons verplaatsen in een nieuwe wereld van ervaringen. Het erodeert de grenzen die we zelf creëren en opent ons hart en brein voor de onbekende. Echter, de huidige gebeurtenissen suggereren dat er een grote achteruitgang aan het plaatsvinden is in de vrijheden die we doorgaans als zo vanzelfsprekend beschouwen. De geschetste situatie is een afspiegeling van een grotere cultuurstrijd, een verschuiving naar een wereld waar ideeën die afwijken van de norm met geweld worden afgewezen.
Het is dan ook een diepzinnige treurnis dat dit soort destructieve krachten zich manifesteren in het hart van onze culturele instellingen. Als bibliotheken en universiteiten, die als hoeders van onze intellectuele vrijheden zouden moeten fungeren, het slachtoffer worden van deze bedreigingen, dan staan we aan de vooravond van een nieuwe donkere eeuw van de geest. En wie weet, misschien beperkt deze sfeer van angst de volgende generatie schrijvers en denkers in het verkennen van de waarheid, die zo noodzakelijk is voor onze samenleving.
Diverse stemmen, zoals die van Katie McLain en vele anderen, spelen een cruciale rol in het benadrukken van deze problematiek. Hun werken zijn het bewijs dat literatuur nooit statisch is. Elk boek is een uitnodiging om de wereld te verkennen, onze vooroordelen uit te dagen en een diepgaand gesprek aan te gaan over wie wij zijn. Het is aan ons om te strijden voor die vrijheid, om elk boek een kans op zijn eigen leven en waarde te geven. Laat ons hopen dat deze bombardementen aan boek en geest slechts een tijdelijk fenomeen zijn in onze lange zoektocht naar waarheid en begrip.
Met deze woorden hoop ik wederom het belang van literatuur, dialoog, en de onvervangbare rol van onze bibliotheken en universiteiten onder de aandacht te brengen. De strijd voor kennis en vrijheid is nog niet gestreden.
Martijn Jongbloed