Helaas, beste lezer, het artikel op Book Riot, dat zich elegant bedient van de titel “Touch Grass – Bring Books, You Pack the Bags, We Bring the Books” biedt geen enkel aanwijsbaar boek aan waarover de gevierde criticus Martijn Jongbloed zijn messcherpe pen kan slijpen. Dit feit dwingt mij om mijn literaire aandacht te richten op het artikel zelf, dat zonder twijfel een reflectie is op de hedendaagse manier van lezen en boekentherapie.
Dit stuk, opgetekend door de niet nader genoemde auteur bij Book Riot, lijkt in eerste instantie een luchtige aanbeveling voor boekenliefhebbers die hun liefde voor het geschreven woord willen meenemen naar de vrije natuur. De titel suggereert een balans tussen de fysieke realiteit van het gras onder onze voeten en de mentale ontspanning van het duiken in een boek. Het aansporen van mensen om de literatuur te beleven buiten de ouderwetse grenzen van een leeshoek of een knusse sofa is niet alleen avontuurlijk, maar ook een mooie manier om de geest te verfrissen en inspireren in een alledaagse omgeving vol tekenen van het leven.
Echter, zoals menig criticus betaamt, moet ik mijn vergrootglas richten op zowel de vorm als de inhoud van dit werk. De titel is weliswaar origineel, maar het gebruik van anglicismen kan als lastig beschouwd worden door puristen in de Nederlandse taal. De frase “Touch Grass” roept in haar kern een controverse op over de noodzaak van het fysieke contact met de natuur tegenover de digitale vervreemding van onze huidige maatschappij. De verengelsing in de titel creëert een bepaalde afstand en ironie die misschien niet geheel passend is bij een artikel dat juist de lezer terug wil brengen naar de natuurlijke eenvoud van een boek lezen in het park of op het strand.
Wat betreft de inhoud, het artikel lijkt doorweven te zijn met oppervlakkige tips en goedbedoelde adviezen zonder zich werkelijk diepgaand te bezinnen op de kwestie van de literaire ervaring. Er wordt een zekere lichtzinnigheid gehandhaafd, een doordringende toon van oppervlakkigheid die niet de innerlijke diepte van het lezen weet te raken. Het voorstel om boeken mee te nemen naar de natuur is op zichzelf geen nieuwe gedachte; menig dichter en auteur is juist in de ongerepte natuur tot zijn beste werken gekomen. Wat hier echter ontbreekt, is de diepte van die ervaring, de resonantie tussen het woord en het landschap die een transcendentale lezing mogelijk maakt.
Bovendien stoort het mij dat er geen expliciete vermeldingen zijn van specifieke literaire werken die deze bewering kunnen onderbouwen. Het lijkt bijna alsof de auteur zich onwetend heeft voorbereid, misschien zelf geen fervent lezer is, of verloren is geraakt in het oppervlakkige en commerciële klimaat van de digitale aanbevelingen. Waar zijn de titels die uitnodigen tot contemplatie en bezinning? Waar zijn de boeken die de lezer overstijgen in hun etherische kwaliteit, de werken die het nazinderen van hun regels laten voelen totdat men werkelijk ‘gras kan aanraken’ met hun gedachten?
Het missen van concrete voorbeelden illustreert een laakbare luiheid en gebrek aan engagement met de literaire materie. Wellicht omhult dit artikel een agenda die meer draait om het bevorderen van een trend dan om het werkelijk bevorderen van een diepgaande leeservaring. Het zou gepast zijn geweest als men hier titels had opgenomen die blijk geven van een zekere culturele diepgang en betekenisvolle connectie met de natuur; denk aan werken van grote natuurschrijvers zoals Thoreau of Rachel Carson.
Als ik echter mijn kritische conclusies over deze vervlogen kans voor literaire exploratie terzijde schuif en een zekere mildheid probeer te betrachten, zou men kunnen stellen dat deze uitnodiging om leeservaringen te verweven met de eenvoud van de natuur een allervriendelijkst gebaar is in de richting van de moderne lezer. Of deze poging echter voldoende is om de leeshonger van de ware literatuurliefhebber te stillen, blijft naar mijn oordeel uitermate twijfelachtig.
Martijn Jongbloed