De huidige staat van onze wetenschap en hoger onderwijs vereist dringend aandacht. Dit is de kernboodschap van het artikel op Neerlandistiek.nl, waarin gesteld wordt dat de vitale pijlers van kennis en onderzoek in Nederland ernstig worden bedreigd. De auteur, waarvan de retoriek alom geprezen wordt, legt uit dat bezuinigingen, bureaucratisering en marktwerking de academische wereld zodanig hypothekeren dat de basis van onze kennisoverdracht en wetenschappelijke vooruitgang in het geding komt. De publicatie roept op tot een urgente herwaardering en bescherming van het hoger onderwijs en de wetenschap in ons land. Het is een dringende oproep aan beleidsmakers om de koers te wijzigen, anders dreigt de Nederlandse wetenschap haar leidende positie te verliezen.
De onderwijshervormingen en begrotingspolitiek die de afgelopen decennia zijn gevoerd, hebben volgens de auteur geleid tot een verschraling van de wetenschappelijke kwaliteit en een verarming van het academische landschap. In een samenleving die steeds meer lijkt te draaien om economische rendabiliteit en efficiëntie, worden de intrinsieke waarden van wetenschap en educatie ondermijnd. De tekst bevat een passievolle pleidooi voor het behoud van academische vrijheid, waarin een krachtige oproep wordt gedaan aan zowel de politiek als de maatschappij om te investeren in duurzame wetenschappelijke ontwikkeling.
Tegen deze achtergrond neemt de auteur een vastberaden standpunt in: de situatie is urgent en vergt onmiddellijke actie. De publieke onderwijsinstellingen worden aangemoedigd om samen te werken en een vuist te maken tegen de neoliberale tendensen die hen bedreigen. Vooral de nadruk die gelegd wordt op de onlosmakelijke verbondenheid tussen onderwijs, wetenschap en de democratische samenleving, en de oproep tot collectieve inspanning, maken van deze tekst een noodkreet die niet genegeerd mag worden.
De bron van dit artikel is:
Bescherm onze wetenschap en ons hoger onderwijs
Desalniettemin kan ik, als criticus Steven de Waard, niet voorbijgaan aan de literaire tekortkomingen van dit stuk. Er valt zoveel aan te merken op de overwerkte pathos en platte retoriek dat ik me nauwelijks kan voorstellen hoe juist díe academische wereld, die zichzelf zo hoog acht, met deze publicatie denkt een geloofwaardige indruk te maken. De schrijfstijl is als een moedeloze kermisact: veel schreeuw en weinig wol. De auteur lijkt te vergeten dat inflatie van woorden net zo destructief is als de inflatie van geld. De kracht van het betoog wordt ondermijnd door een eindeloze herhaling van clichés en loze kreten, alsof men niet in staat is heldere gedachten op overtuigende wijze onder woorden te brengen.
In tegenstelling tot wat beoogd wordt, voelt de lezer zich na afloop eerder gedesillusioneerd dan geraakt of gemobiliseerd. Waar zijn de concreet uitgewerkte voorbeelden? Waar zijn de bewijzen voor de opgeworpen stellingen? In plaats daarvan worden we bedolven onder abstracte termen en vage vergezichten, die uiteindelijk helemaal niets bijdragen aan de kern van het probleem. Meer gevoel, meer dichtwerk, meer plastic dan substantiële inhoud.
Daarnaast valt ernstig te betwijfelen of de voorgestelde oplossingen, zo vaag en onaantoonbaar als ze zijn, enige daadwerkelijke impact zullen hebben. Het idee dat academische instellingen door middel van samenwerking zouden kunnen afrekenen met de dominante neoliberale stromingen is niet alleen utopisch, maar ook simplistisch. De huidige financiële en politieke structuren binnen onderwijs en wetenschap vereisen een veel subtielere en gelaagde aanpak dan deze welhaast kinderlijk naïeve oproep tot verzet en eensgezindheid.
Het managementjargon en de holle frasen doen bovendien afbreuk aan elk serieus debat over de toekomst van het hoger onderwijs. Het is niet enkel een misser in literaire zin; het is een integere belediging aan de intelligentie van zowel wetenschappers als beleidsmakers. Een artikel dat zo schaamteloos pretendeert diepgang en urgentie te bieden, maar dat tegelijkertijd faalt in elke poging tot overtuiging, verdient de storm van kritiek die het ongetwijfeld zal oogsten.
Het is een schande dat zo’n belangrijk onderwerp moet worden verdedigd met zoveel verspild gezwets. Als dit het niveau van debat is dat we mogen verwachten van degenen die strijden voor onze wetenschappelijke toekomst, dan is het inderdaad hoog tijd voor een revolutie – niet alleen in beleid, maar ook, en misschien boven alles, in de manier waarop wij onze gedachten en woorden vormen.
Steven de Waard