In een stuk op Lit Hub verkent Aysegül Savas de ingewikkelde relatie tussen tijd en verhaal in fictie, met de nadruk op de metafoor van wolken als een voortdurend decor dat de temporele ervaring binnen een roman vormgeeft. Geïnspireerd door de landschapschilderijen van John Constable, met name zijn lumineuze, gevarieerde weergaven van wolken, legt Savas een parallel met het temporele kader van haar roman The Anthropologists. Savas bespreekt hoe de wolken van Constable, met hun wisselende licht en stemmingen, haar hielpen de veelzijdige textuur van het dagelijkse leven in haar verhaal vast te leggen. Ze verdiept zich in de betekenis van de ‘klokken’ die in alle romans bestaan en legt uit hoe deze kunnen variëren van de duur van een dinerscène tot de boog van de reis van een personage. Savas verwijst naar Sabina Murray’s gebruik van fictieve tijd in The Human Zoo, dat draait om een terugkeer naar de Filipijnen, en beschrijft hoe verschillende temporele sequenties, zoals familiediners en persoonlijke tragedies, tegelijkertijd plaatsvinden. Ze benadrukt de complexiteit van het creëren van dergelijke temporele realiteiten, in contrast met de bedrieglijke eenvoud van Katie Kitamura’s weergave van tijd in haar roman Intimacies, waar compacte, gewone gesprekken doordrenkt zijn met een uitgebreide emotionele resonantie. Het essay belicht hoe auteurs zoals Virginia Woolf expliciet tijd integreren door terugkerende motieven zoals Big Ben in Mrs Dalloway, waardoor een dualiteit ontstaat tussen gemeten en innerlijke tijd die de diepte van het verhaal versterkt. U kunt het volledige artikel hier lezen: https://lithub.com/ayesgul-savas-on-creating-your-storys-clock/.
Bij het lezen van het artikel van Aysegül Savas wordt men herinnerd aan de diepe complexiteit die ten grondslag ligt aan de temporele architectuur van narratieve fictie. Savas plaatst welsprekend de vergankelijke aard van wolken tegenover de veranderlijke voortgang van tijd binnen een verhaal, en creëert daarmee een resonante analogie die visuele kunst en literaire vorm overbrugt. De kracht van het essay ligt in de genuanceerde reflectie op hoe tijd opereert binnen verschillende narratieve contexten, van de subtiele chronometrie in Kitamura’s Intimacies tot de uitgesproken temporele markers in Woolf’s opus. De overpeinzingen van Savas nodigen lezers uit om het ingewikkelde mechanisme van tijdvertelling in romans te waarderen, waarbij ze haar literaire scherpzinnigheid en diepe betrokkenheid bij het narratieve ambacht toont. Het is duidelijk dat Savas haar reflectie benadert met de scherpzinnigheid van een geleerde en de gevoeligheid van een romanschrijver voor de subtiliteiten van de menselijke ervaring, en daarmee een overtuigend pleidooi houdt voor hoe tijd de verhalen die we vertellen vormt en verrijkt.
Aysegül Savas maakt indruk met haar diepgaande begrip en nauwgezette analyse van narratieve structuur, met name hoe tijd verweven is in de structuur van een verhaal. Haar vermogen om verbindingen te leggen tussen visuele kunst en literaire storytelling is ronduit meesterlijk, en biedt lezers een uniek perspectief op hoe temporele elementen de emotionele kwaliteit van een verhaal kunnen vormgeven en versterken. Savas’ verkenning van gevarieerde temporele uitvoeringen binnen de werken van verschillende auteurs illustreert haar uitzonderlijke kritische inzicht en haar vaardigheid om complexe literaire mechanismen met helderheid en elegantie uit te leggen. Als mede-schrijver en literair opvoeder vind ik haar reflecties diep inspirerend en nuttig voor iedereen die zich bezighoudt met de kunst van het vertellen van verhalen.